Eye Movement Desensitization and Reprocessing (afgekort EMDR) is een officieel erkende therapeutische interventietechniek die voornamelijk wordt toegepast bij mensen met een posttraumatische stressstoornis (PTSS). Deze therapie is in de jaren ‘80 ontwikkeld door Francine Shapiro. PTSS ontstaat nadat iemand een zeer beangstigende of pijnlijke ervaring heeft meegemaakt of er getuige van is geweest. Als deze ervaring niet goed wordt verwerkt kan die op een later tijdstip (soms zelfs jaren later) weer naar voren komen in de vorm van flashbacks overdag of ‘s nachts in dromen.

Klachten die men kan ervaren bij PTSS:

– Herbelevingen van de ervaring

– Vermijdingsgedrag m.b.t. de ervaring

– Verhoogde alertheid

– Schaamte of schuldgevoel

– Slecht humeur

– Depressie

– Zorgen maken

– Angsten

– Slecht zelfbeeld

– Paniek

– Slaapproblemen

– Relatieproblemen

– Onverklaarbare lichamelijke klachten

 

EMDR wordt vaak toegepast om de vastgelopen verwerking van traumatische ervaringen weer op gang te helpen. EMDR is een kortdurende, geprotocolleerde en cliëntgerichte behandelmethode. EMDR integreert verschillende succesvolle elementen van andere therapieën in combinatie met een afleidende stimulus (het met de ogen volgen van de handen van de therapeut of bilaterale audiostimulatie). Hierdoor wordt “het informatieverwerkingssysteem in de hersenen” gestimuleerd. Met EMDR is het niet nodig om jarenlang te praten over het verleden. Wel worden, door het stimuleren van het informatieverwerkingssysteem, in een relatief korte tijd therapeutische doelen bereikt. Hierbij veroorzaakt EMDR herkenbare veranderingen die ook na langere tijd blijven bestaan. De methode werkt ook goed bij kinderen.